Vorige week werd ik benaderd door springruiter Wesley Mulder. Wesley kwam op Instagram op het profiel van The Conscious Equestrian terecht en de visie van T.C.E sprak hem aan. Als internationaal en professioneel springruiter ligt zijn hart heel duidelijk bij de paarden, maar tegelijkertijd maakt hij zich ook wel eens zorgen over het voortbestaan van de paardensport. Ook Wesley ziet dat de kloof tussen amateur/recreant en de professional steeds groter wordt en daarmee ook de tegenstellingen. In beide ‘kampen’ zijn ontwikkelingen gaande waar je je vraagtekens bij kunt stellen. De paardensport ligt op het moment onder een vergrootglas en misschien wordt het wel eens tijd om zaken die we als normaal of vanzelfsprekend vinden in de omgang met paarden eens kritisch tegen het licht te houden, maar ook juist te laten zien wat goed gaat. Via T.C.E. zal Wesley zijn visie vanuit zijn ervaring als internationaal springruiter en fokker gaan delen op verschillende thema’s, zoals paardenwelzijn, training, huisvesting, het management en de inzichten die hij met zijn paarden heeft opgedaan. Maar wie is Wesley eigenlijk? En hoe is hij in de internationale springsport terecht gekomen? Je leest het in dit interview!
Hoe is jouw hippische carrière begonnen?
Wesley: “Het paardenbloed zit in de familie. Mijn vader heeft vroeger paardgereden en van jongs af aan ben ik al gek op paarden. Als kind kon ik het over niets anders hebben dan over paarden, dus mocht ik van mijn ouders op paardrijles bij manege Pothoven in Apeldoorn. Even later volgde een grote verrassing; mijn ouders namen mij mee naar een wei in Vaassen. Mijn vader vertelde mij dat daar een zielige pony stond die we wat appels en brood gingen brengen. Eenmaal daar hebben we hem de appels gevoerd, en op de terugweg zei mijn moeder; ‘Nou hoe vond je die pony?’ Mijn antwoord was ´lief´ waarop mijn moeder zei; ‘Die is nu van jou’. De tranen rolden over mijn wangen ik kon het niet geloven. De opstart met Quinter was niet gemakkelijk. Hij was 3 jaar oud en ik was 9, en achteraf was dat geen ideale combinatie. In het begin lag ik er vaak naast maar na een poosje begonnen Quinter en ik het steeds beter met elkaar te vinden en we werden onafscheidelijk. Met Quinter heb ik alleen dressuur gereden net als het eerste gedeelte van mijn hippische carrière. Nu 24 jaar later hebben we Quinter nog steeds, hij is nooit meer weggegaan.
Je bent begonnen als dressuurruiter en je hebt zelfs nog een aantal jaren bij Rien van der Schaft gewerkt. Hoe ben je eigenlijk in de springsport belandt? “Na verloop van tijd kwam ik erachter dat de dressuursport niet meer zo mijn ding was. Hoewel ik het thuis dressuurmatig trainen en verbeteren van een paard machtig mooi werk vond, voelde ik mij minder thuis op de dressuurconcoursen en bij de mentaliteit die daar heerste. Rond mijn 18e ben ik daarom aan de slag gegaan bij een springstal. Ik trainde daar de paarden dressuurmatig en in ruil daarvoor kreeg ik begeleiding in het springen. In één jaar reed ik van het BB springen naar het ZZ springen. Vervolgens heb ik een aantal jaren gewerkt op de stal van Gert Jan Bruggink en zijn vrouw Pia Louise. Ik heb daar een fantastische tijd gehad en mooie successen behaald. Ik wilde graag verder en dat was daar destijds niet mogelijk. Vanaf dat moment ben ik als zelfstandig springruiter verdergegaan.”
Na een aantal jaren in dienst te zijn als ruiter maakte je de stap om zelfstandig als springruiter verder te gaan. Hoe verliep dat?
“De jaren voor mijzelf waren prachtig, maar ook zwaar. We hebben dag en nacht gewerkt en financieel hielden we er niet heel veel aan over. Maar het was mijn passie en ik had een doel; zo hoog mogelijk komen en ooit nog eens uitkomen voor het Nederlandse team. In de zomer van 2018 reed ik mijn eerste landenwedstrijd op het CSIO Drammen Noorwegen. Een geweldige ervaring! Maar ik leerde ook de keerzijde kennen van de internationale en professionele springsport. Als het om de paarden ging, kon ik niet altijd mijn eigen gevoel volgen. Eigenaren wilden soms te snel resultaat zien terwijl een paard voor mijn gevoel nog wat meer tijd nodig had. De verwachtingen van de paarden die ik reed waren soms te hoog. Wanneer paarden als jong paard voor veel geld worden aangeschaft, dan is er ook vaak een hoge verwachting van dat paard. Helaas is de hoogte van het aankoopbedrag geen garantie dat het paard ook daadwerkelijk die verwachting kán waarmaken.
Als ruiter wilde ik graag aan de verwachtingen van de eigenaren voldoen, zeker in die tijd. Dit leidde ertoe dat ik dan toch het paard wel eens forceerde waardoor het paard dan eigenlijk boven zijn kunnen liep. Ik ervaarde ook de springsport grillig is. Zo dragen ze je op handen en zo, ben je niemand meer. Die tijd heeft mij doen realiseren dat sportief succes maar relatief is. Ik ben rond die tijd begonnen met fokken. Ik wilde graag zelf kunnen bepalen wanneer een paard ergens aan toe was en wanneer ik hem mee op concours zou nemen. Daar ben ik nu een paar jaar mee bezig, en ik haal daar heel veel voldoening uit. Ik heb weer plezier in het trainen van de paarden en kan weer genieten van kleine dingen. Ik kan net zo trots zijn op één van mijn jonge paarden die zijn eerste BB-parcours goed aflegt, als op een van mijn oudere paarden na het springen van een grote prijs. Naast mijn eigen gefokte paarden heb ik nu ook nog een aantal paarden in training van hele fijne eigenaren waar ik nog steeds mee samenwerk.”
We hebben gesproken over allerlei ontwikkelingen die gaande zijn in de paardensport. Je hebt de ambitie om weer goed mee te kunnen doen op internationaal niveau, maar je wil dit nu wel op jouw eigen manier doen. Hoe kijk jij nu aan tegen het uitbrengen van paarden in de sport?
“Ik vind het belangrijk dat de paarden waarmee ik werk het werk graag en makkelijk kunnen uitvoeren. Natuurlijk wil iedereen werken met goede en talentvolle paarden. Het lastigst is het wanneer de paarden het net niet aankunnen. Met zulke paarden zit er zo nu en dan wel een goed resultaat in, maar omdat ze net aan boven hun kunnen moeten presteren is dat zowel psychisch als lichamelijk heel zwaar voor die paarden. Dat druist tegen mijn gevoel in. Van paarden in de topsport wordt wel eens gezegd dat als ze het niet leuk zouden vinden, dat ze het dan niet zouden doen voor ons. Daar ben ik het niet mee eens. Mijn ervaring is dat paarden echt enorme pleasers zijn en zich maar voor ons blijven inzetten ook al gaan ze er zelf aan onderdoor. We moeten ons ervan bewust zijn dat paarden ook levende wezens zijn en dat ze emotioneel ook in de knoop kunnen zitten. We moeten elke dag weer moeite blijven doen om op een goede manier met ze te communiceren, ze te begrijpen en ons elke dag weer af te vragen of we hem wel recht aan doen met datgene wat we van hem verlangen. We kunnen niet zomaar aannemen dat een goed presterend paard automatisch ook gelukkig is en dat als een paard even niet wil, en je forceert hem er dan een keer doorheen waarna het vervolgens wel lukt, dat je daarmee ‘gewonnen’ hebt. Dan loopt dat paard misschien onder druk een keer foutloos. Maar het gaat uiteindelijk altijd ten koste van het paard. Dat zou niet meer mogen gebeuren.”
Wesley vervolgd; “De sport is georganiseerd volgens een bepaald systeem, met methodes en gebruiken die misschien al generaties lang bestaan. Daar zitten veel goede kanten aan, maar de vraag is of dat systeem wel geschikt is voor ieder paard? Ik denk dat er meer aandacht moet zijn voor wat het individuele paard nodig heeft. Hoe zit dat paard in elkaar? Wat heeft hij nodig? Hoe kan ik dat verbeteren? En het soms ook accepteren dat het paard niet binnen het systeem tot zijn recht gaat komen en in plaats van hem daar toch maar in mee laten draaien. Bewustwording is het toverwoord. Zeker als je al een tijdje meedraait bestaat het gevaar dat je zaken als ‘vanzelfsprekend’ of ‘normaal’ gaat beschouwen die eigenlijk helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn. We moeten kritischer worden op onszelf. Als we dat vanuit de sport niet doen, dan doet de buitenwereld dat wel. Tegelijkertijd zijn veel professionele ruiters juist heel bewust bezig met hun paarden. Daar reken ik mijzelf ook onder en dat zou ook meer zichtbaar mogen zijn.”
Je geeft ook les. Niet alleen aan sportgerichte springruiters, maar ook aan recreatieve ruiters. Dat vind ik echt mooi om te horen, dat jij ook die ruiters kan helpen met het op een goede manier (dressuurmatig) trainen van hun paard en je dat met net zo veel enthousiasme doet. Wat geef jij je leerlingen mee?
“Ik probeer in mijn lessen vooral het simpele paardrijden te onderstrepen. We weten allemaal dat goed paardrijden is niet makkelijk is, je leert elke dag bij maar de uitdaging daarbij is vooral om simpel te blijven denken, naar je gevoel en naar je paard te blijven luisteren. Vaak denken we wel dat we naar ons paard luisteren, maar vergeten we dat we (onbewust) toch vooral onze verwachtingen op hem projecteren. Mensen betalen veel geld voor een paard, of gaan op zoek naar een paard uit een bepaalde bloedlijn. Daar hangen vaak hun verwachtingen mee samen die ze van het paard hebben. Het is niet erg om doelen en dromen te hebben met je paard, maar we moeten voorkomen dat we verwachtingen op hem gaan projecteren die zo’n druk op het paard leggen dat dit ten koste gaat van zijn welzijn. Ik probeer die verwachtingen op een goede manier te managen, niet alleen bij eigenaren maar ook bij mijn leerlingen.”
Je wilt graag een ander geluid laten horen, net zoals T.C.E. dat wil. Niet veroordelend en niet op de man, maar wel open en eerlijk met als doel meer bewustwording. Door gewoon eens de zaken die wel als normaal zijn gaan beschouwen tegen het licht te houden. Ik vind het echt heel tof dat je je daarbij kwetsbaar durft op te stellen. Wat drijft jou daarin?
“We zijn allemaal ergens begonnen met paardrijden uit liefde voor het paard. Omdat we ons aangetrokken voelen tot het wezen paard. Wanneer je je brood verdiend in de paarden, zou dit nooit ten koste mogen gaan van het paard. Het is zoeken naar de balans; de potentie van het paard volledig ontwikkelen en er daarbij voor waken dat hij niet overvraagd wordt en hij zijn werk met plezier doet. Je hebt daarnaast als professioneel ruiter ook te maken met het managen van verwachtingen en belangen van eigenaren en dat is een vak op zich. Daarnaast zie ik juist in de meer alternatieve/amateur sport ook knelpunten als het gaat om het welzijn van paarden, die komen vooral voort uit onkunde en verkeerde overtuigingen over wat goed is voor een paard. Door alle kritiek van de dierenactivisten is de paardensport in een kwaad daglicht komen te staan, terwijl er ook zoveel juist heel goed gaat. Daarom wil graag meer laten zien en uitleg geven over hoe wij vinden dat je een paard gezond en gelukkig houdt. De paardensport gaat mij aan het hart en wil ik mij graag voor inzetten voor mooiere en bewustere paardensport. Ik heb gaandeweg veel inzichten opgedaan, we kunnen juist van elkaar leren en daarom is het zo belangrijk dat we die inzichten met elkaar delen.”
Foto's; Michelle Kruize, HVphotography
Volg je Wesley al op Facebook en Instagram? Via die kanalen geeft hij je ook een inkijk in de manier waarop hij zijn paarden traint en houdt én geeft hij regelmatig trainingstips. Heb jij een vraag aan Wesley? Laat het dan weten in de reactie hieronder!
Comments